Eten verloskundigen alleen beschuit met muisjes?

Het is een warme zomerse woensdagavond. De dienst vandaag was gezellig druk, drie pasgeboren kindjes mocht ik bewonderen en twee zwangeren heb ik gerust kunnen stellen. Na de bezoekjes heb ik mij ‘s middags thuis teruggetrokken op zolder om de cliënten administratie te kunnen doen. De zon staat nog hoog en er piepen wat zonnestralen langs de vitrage over het robuuste bureau. Heerlijk als alles weer ingevoerd is en het spreekuur voor vrijdag alvast voorbereid. De afgelopen tijd was best hectisch door een vaste collega die afscheid gaat nemen van de praktijk. De combinatie van ons uitdagende vak, een jong gezin en een protesterend lijf gaan voor haar niet meer samen. Ontzettend jammer en helaas geen zeldzaam beeld voor onze beroepsgroep, er zijn maar heel weinig verloskundigen praktiserend tot hun pensioen. Zo verliezen we helaas veel kennis vanuit deze groep. Verloskunde leer je op school, het ambacht als vroedvrouw leer je van generatie op generatie. En het onderscheid dat je als vroedvrouw kunt hebben in vergelijking met bijvoorbeeld een puur medisch opgeleide arts is niet iets wat je gemakkelijk uit boekjes kan leren. Dit ambacht kun je als beroepsgroep wel verliezen als verloskundigen jong het vak verlaten. De niet bepaald ARBO verantwoordde houdingen onder een baarkruk, boven een bad of uren masserend zwoegen zullen hier vast een aandeel in hebben.

Al dagdromend komt er een heerlijke geur vanuit de keuken naar boven. Gelokt door de geur vervolg ik mijn neus naar beneden. Manlief staat te zwoegen in de keuken, 3 pannen staan op het vuur en de rest van de keuken is in een redelijke ontplofte toestand. “Ruikt heerlijk schatje” zeg ik met een lach terwijl ik een snelle kus geef. Jenthe is druk aan het spelen met haar nieuwe keukentje en ziet mij niet binnenkomen. Snel dek ik de tafel voor drie en daarna kunnen we aanschuiven. De diensttelefoon leg ik omgedraaid op tafel, psychologisch helpt dat om vast even ongestoord te mogen eten. Dampende borden met verse pasta en garnalen verschijnen op tafel, het water loopt mij zo in de mond. “Tagliatelle met knoflook garnalen en tomaat uit eigen tuin” klinkt het trots. Jenthe stopt meteen een sliert pasta in haar mond, maar mijn gedachte bleef hangen bij het woord “knoflook” in combinatie met “dienst”. Welke barende zit er op te wachten dat je net van je knoflook hebt gesmuld en vervolgens mee gaat puffen? Quartin ziet mij een fractie bedenkelijk kijken en samen beginnen we hard te lachen en roepen precies tegelijk “een wijze vroedvrouw!”

8 jaar hiervoor liep ik eindstage in de Polder. Boerenbaby’s, stoere boerinnen en nuchtere boeren kwamen hier op mijn pad, maar dat was niet het enige. Hier leerde ik Marianne kennen, een echte Poldervroedvrouw met een enorme hoeveelheid kennis en verhalen. In deze praktijk hadden ze de afspraak dat als je binnen 24 uur dienst drie bevallingen zelf had begeleid (dit kwam niet zo vaak voor) ze met het team een hapje gingen eten. Voor drie bevallingen binnen 24 uur zonder hechtingen en allemaal thuis geboren gingen ze op restaurant. Nu was dat laatste niet gelukt deze stage, dus na deze hattrick-geboorte bracht dit ons naar de lokale pizzeria. De plakkerige plastic stoeltjes en TL-buis verlichting deden niets af aan de gezellige sfeer van deze groep verloskundigen (in spe in mijn geval). De geplastificeerde en iets wat gehavende menukaart ging in het rond. De lokale collega’s hoefde niet lang te kijken want dit was niet hun eerste bezoek. “Hee Leonie, kun je weer eens niet beslissen?” Zegt Marianne semi grappend. Mijn iets te serieuze gezicht terwijl ik de kaart bestudeerde heeft het blijkbaar verklapt. “Nr. 19 is wel een aanrader” krijg ik vervolgens te horen. Mijn ogen dwalen naar plek 19. “Pizza Speciale, shoarma met knoflooksaus”. Mijn wenkbrauwen schieten in een frons. “Maar Marianne we hebben toch dienst vanavond? Dan kan ik toch geen pizza met knoflooksaus gaan eten?” Het gezelschap begint te lachen. Marianne schuift wat naar mij toe en zegt: “luister Leonie ik ga dit maar 1 keer zeggen. Je hebt als verloskundige niet meer zo veel te leren, maar hier over blijkbaar des te meer. Als je zelfs al je knoflooksaus gaat weigeren weet ik zeker dat je dit niet zoals ik ga volhouden tot je pensioen. Echte vroedvrouwen eten gewoon knoflooksaus als ze daar zin in hebben. Zolang de barende over jou heen spuugt of plast mag jij best een beetje naar knoflook ruiken.” En zo zaten we die zomeravond onder de tl verlichting aan een pizza met extra veel knoflook, met de diensttelefoon op tafel. Want we hebben nog wel een tijdje te overbruggen tot aan het pensioen en als Marianne straks met welverdiend pensioen is moet toch iemand haar vroedvrouwen skills overbrengen op de volgende generatie.

NB. om terug te komen op de vraag of verloskundigen alleen beschuit met muisjes eten: ik eet (met pijn in mijn verloskundige hart) sinds een jaar of twee helemaal geen beschuit met muisjes meer. Nadat ik twee keer bij de noodtandarts ben geweest omdat mijn beugeldraadje afbrak na het eten van een muisje vond ik het dit risico toch niet meer waard. Ik hoorde ook meerdere verhalen van afbrekende stukken kies, dus bij deze een kleine waarschuwing voor jullie. Er is verder geen wetenschappelijk onderzoek naar gedaan.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven